Opinie

Opstaan tegen onrecht en intolerantie

Ayfer Koç 10 november 2022, 09:36
Ayfer Koç twijfelde geen moment toen haar werd gevraagd te spreken bij de herdenking van de Kristallnacht in de synagoge in Haaksbergen. Als lid van de Suryoye-gemeenschap voelt ze een diepe lotsverbondenheid met de Joodse gemeenschap omdat ze historisch gezien veel gemeenschappelijk hebben. Hieronder haar speech in enigszins aangepaste vorm.

Als Suryoye-gemeenschap behoren we tot een minderheidsgroep die door de eeuwen heen is gediscrimineerd, vervolgd en vermoord; we kennen de diaspora. Mijn docent van de lagere school in Lochem noemde de Enschedese synagoge altijd de mooiste van Nederland en misschien wel van Europa. Iedereen zou die een keer moeten zien. Weemoed overviel mij toen ik voor het eerst deze imposante en prachtige synagoge bezocht, met een ooit grote en bloeiende joodse gemeenschap, die nagenoeg was uitgeroeid na de Tweede Wereldoorlog. In Enschede is 70% (850) en in Nederland 75% van de Joodse gemeenschap vermoord.  

Hetzelfde geldt voor de Suryoye-gemeenschap, zij het in een kleinere omvang. Tussen 1915-1920  werden in het Zuid-Oosten van Turkije en noordwesten van Iran honderdduizenden Suryoye (Noorden van Mesopotamië) gedeporteerd, uitgehongerd en vermoord. Dit wordt ook wel de nooit erkende Aramese en Armeense genocide genoemd en als voorloper van de Holocaust gezien. De nazi’s zouden later precies dezelfde uitroeiingstechnieken inzetten.

Ontworteld
Sinds die tijd zijn veel Suryoye -waaronder mijn ouders en broer en zussen-, Turkije, Syrië, Irak of Libanon ontvlucht.  Zo is een gemeenschap met een rijke cultuur en historie letterlijk en figuurlijk ontworteld, weggevaagd van eigen bodem en verspreid over de wereld.  
Toen ik voor het eerst terug ging naar mijn geboorteplaats Mardin en kerken en wijken bezocht en zag dat van de ooit bloeiende en ondernemende gemeenschap nagenoeg niets meer overgebleven was, voelde het alsof een deel van mij was geamputeerd.

Wat we ook gemeen hebben is: de veerkracht om na ellende er weer bovenop te komen, ondernemingszin en vooruit willen komen. Met de Aramese taal kunnen we zelfs uw taal - het Hebreeuws - volgen.  En veel Joodse gerechten zijn identiek aan onze keuken. Daar kwam ik onlangs achter toen ik van mijn lieve Joodse buurvrouw Sonya een zelfgeschreven kookboek met allerlei Joodse recepten kreeg.
  
U kunt zich dus voorstellen dat ik een grote lotsverbondenheid voel met u. 

Vandaag staan we stil bij die verschrikkelijke nacht van 9 op 10 november 1938, de Kristallnacht. Een desastreuze nacht waarbij Joden werden vermoord, synagogen in brand gestoken en winkels en andere Joodse eigendommen kapot gemaakt. Het was een stap naar wat Hitler later uiteindelijk van plan was: de uitroeiing van het Joodse volk.

Het is heel goed dat u de Kristallnacht elk jaar herdenkt. Het is een eerbetoon aan hen die vermoord zijn, maar ook aan de nabestaanden. En juist nu is het nodig in een tijd van toenemend antisemitisme, aangewakkerd door rechts-, links- en religieus extremisme, maar ook door parlementariërs. Sociale media dragen daar aan bij als giftige katalysator. De haat tegen Joden manifesteert zich - zelfs nu na 77 jaar - openlijk en zonder schaamte. Het lijkt wel of de mens niets heeft geleerd van de geschiedenis.

Giftige sfeer
Niet alleen antisemitisme maar ook discriminatie, polarisatie en haat nemen toe in Nederland. In deze giftige sfeer is geen ruimte voor daadwerkelijk luisteren, verdiepen en oprechte interesse in een ander, of dialoog. Etiketten plakken en in hokjes plaatsen van een ander, is vaak de reactie op een andere mening. Dat getuigt van gemakzucht en luiheid. Het lijkt alsof er alleen ruimte is voor extremistische ideeën en de hardste schreeuwers. Het midden hoor je niet, terwijl daar de kracht ligt voor weerbare samenleving en democratie.

Het is goed dat het kabinet steeds meer een streep trekt bij complotdenkers, haatzaaiers en opruiers. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar als vrijheid van meningsuiting leidt tot belediging, discriminatie, haat of opruiing tot geweld, dan moeten we ook als samenleving waakzaam zijn, onze stem laten horen en een grens trekken. Onverschilligheid, zo heeft de geschiedenis ons geleerd, heeft catastrofale gevolgen.

Wat zou jij doen?
Moed tonen kan bij ons - hier - beginnen. Opstaan tegen onrecht en intolerantie, is een plicht voor ons allen bij het streven naar een betere wereld. Ook als dat een moeilijke weg is. In het essay De genocide fax laat Roxane van Iperen zien dat mensen zich altijd willen conformeren aan de groep, of het nu gaat om de Rwandese genocide in 1914, de Tweede Wereldoorlog, de Me Too beweging of de toeslagenaffaire. Het is makkelijker om voor een groep te kiezen dan op te staan voor rechtvaardigheid. Liever liegen, zwijgen of wegkijken, dan je morele kompas te volgen en de moeilijke weg te nemen. En zij stelt aan ons allen de indringende vraag: wat zou jij doen als het erop aankomt? En deze vraag zouden we ons allen moeten stellen op cruciale momenten.

Blijf verhalen vertellen, ook op scholen, want zolang antisemitisme toeneemt kan niet genoeg verteld worden tot welke afschuwelijke daden mensen kunnen komen. Ik heb het als een groot gemis ervaren dat de verhalen van mijn groot -en overgrootouders niet verteld zijn. Want het slaat een groot gat in je historisch besef. En daarmee in je identiteit. 

Het gevoel van onveiligheid en eeuwenoude vervolging is wat ons bindt. Wat ons rest is het goede te doen, vechten voor rechtvaardigheid, tolerant en nieuwsgierig zijn. Daarom wil ik ook eindigen met de prachtige woorden van opperrabbijn Jacobs tijdens de herdenking van de Aramese genocide in Enschede dit jaar: ‘En ik, als Jood, ben hier aanwezig om met jullie samen die ene minuut stilte te beleven. Ik sta naast jullie. Letterlijk en figuurlijk. Ik ben solidair!’

Dat kan ik alleen maar beamen, want de pijn en het verdriet voel ik met u mee.

Sjalom!