Tussen de linies

De fiets, de fiets en verder niets

Tom Luttikhuis 30 maart 2022, 21:54
Afgelopen zondag won Biniam Girmay Gent-Wevelgem. Een eenentwintigjarige jongen uit Eritrea die een Vlaamse wielerklassieker op zijn naam schrijft. Hij is de eerste Afrikaan die een voorjaarskoers wint.

‘Een stunt.’ ‘Een verrassing.’ ‘Dit had toch niemand verwacht.’ Zo werd zijn overwinning omschreven door commentatoren.
En dat slaat helemaal nergens op. Vorig jaar bij het WK voor beloften finishte Girmay als tweede. Een indicatie van zijn talent. Maar een Afrikaan die een wielerwedstrijd wint in een fietsland als België, dat is toch verrassend? Misschien, maar niet als het een Afrikaan uit Eritrea betreft. Dat land is namelijk nog veel fietsgekker dan België.

Dat vindt zijn oorsprong in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog toen Eritrea nog een Italiaanse kolonie was. De Italianen die er verbleven hielden ieder jaar een wielerwedstrijd, de Giro dell’Eritrea. De lokale bevolking was uitgesloten van deelname. Totdat Mussolini in 1939 bedacht dat de koers een uitgelezen kans was om de Eritreeërs te laten zien hoeveel sterker en beter Italianen wel niet waren. De winnaar van die Giro? Ghebremariam Ghebru. Geen Fausto, Luca of Davide, maar Ghebremariam.

Mussolini verloor meer dan alleen eer die dag. Voor Eritreeërs werd fietsen een manier om je af te zetten tegen de Italiaanse overheersing. En toen Eritrea na de onafhankelijkheid in een dictatorschap duikelde, bleef dat zo. ‘De fiets, de fiets, en verder niets.’ Een citaat van Joop Zoetemelk dat de mindset van een jonge Eritreeër uitstekend samenvat. Hoe kan het ook anders in een militaire dictatuur waar enkel een topsportstatus je uitsluit van een dienstplicht gevuld met dwangarbeid?

En toch vonden we de overwinning van Biniam Girmay ‘een stunt’. ‘Een verrassing.’ ‘Dit had toch niemand verwacht.’

Dat komt door iets dat nabijheidsbias wordt genoemd. Proximity bias in het Engels. Het is een veel voorkomend vooroordeel; het onterecht voorrang geven aan datgene dat dichterbij is. ‘Uit het oog, uit het hart’, is hier een goed voorbeeld van.

Het verklaart waarom er in het nieuws zoveel aandacht uitgaat naar de oorlog in Oekraïne, maar niet naar de oorlog in Yemen. Het verklaart ook waarom jij en ik ons zorgen maken over de oplopende benzineprijs, terwijl mensen in Kenia zich uitgehongerd afvragen of er ooit nog regen zal vallen. Waarom mensen in Polen alles in het werk stellen om Oekraïense families te helpen, maar vluchtelingen uit Syrië laten sterven aan de grens. Waarom Nederlanders denken dat Memphis Depay een geweldige voetballer is terwijl hij de veters van Thomas Müller nog niet mag strikken. Waarom een Tukker Bryan Ruiz beter vindt dan Luis Suárez. En waarom reizen naar verre landen zo gevaarlijk is (toch?).

Een Kroaat trok eens liftend van Zagreb naar New Delhi. Toen hij vertrok, drukte zijn vader hem op het hart toch vooral goed op te passen als hij in Servië was, want dat was een verraderlijk stelletje en ze konden hem zo vermoorden. Aangekomen in Servië kreeg de reiziger lift na lift aangeboden en ontmoette hij louter vriendelijke mensen. Toen een vrachtwagenchauffeur hem naar de grens met Bulgarije bracht, vertelde de Kroaat wat zijn vader hem verteld had bij vertrek. De chauffeur schoot in de lach. ‘Wel nee, joh. Kroaten en Serviërs zijn broeders, man. Maak je niet druk. Maar …,’ voegde hij er met een frons aan toe, ‘… pas op voor de Bulgaren. Dat is een verraderlijk stelletje en ze kunnen je zo vermoorden.’

De reiziger trok verder. Hij doorkruiste landen en ontmoette mensen. Overal waar hij kwam, werd hij omhelsd door vriendelijke armen. Hij kreeg slaapplaatsen aangeboden, deelde maaltijden en verhalen. En bij vertrek werd hem telkens medegedeeld vooral goed op te passen voor de buurman. De Bulgaren hadden het over de Turken. De Turken over de Koerden. De Koerden over de Iraniërs. In Iran vonden ze de Pakistani eng. En daar hadden ze het weer over de Indiërs.

De Kroaat was duizend keer verteld dat hij vermoord zou worden, maar bereikte New Delhi zonder kleerscheuren. Op iedere plek waar hij mensen ontmoet had, trok hij dezelfde conclusie: mensen zijn vriendelijk … en onwetend.

Dat zijn we allemaal, jij en ik ook. En daar is niets mis mee, maar het is wel belangrijk dat we ons er bewust van zijn dat onze perceptie nogal gekleurd is. Dus als er zich eens iets voordoet dat nieuw voor je is – een ontmoeting met een buitenlander of een overwinning van een Afrikaan op een fiets – vaar niet op je aannames (‘hij kan me zo vermoorden’ of ‘dit had toch niemand verwacht’) en weet dat je de wereld door een filter ziet.

Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden. Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.