Darius Dhlomo: Een man op wie je verliefd zou kunnen worden 

Ayfer Koç 13 maart 2024, 15:02
Op een koude novemberavond in 1958 kwam de toen 27-jarige Darius Dhlomo aan op het Centraal Station in Amsterdam. Zielsalleen. Alles wat hij mee kon nemen uit Zuid-Afrika zat in een kleine koffer. Wat zou er in hem zijn omgegaan toen hij die eerste stap in Nederland zette, zo vraag ik me af. Want, dat eerste moment in Nederland blijft voor altijd in mijn geheugen – en dat van andere migranten – gegrift.

Dhlomo kwam als profvoetballer op uitnodiging van Heracles naar Almelo en werd op dat koude station warm verwelkomd door twee bestuursleden van Heracles. Hij wist niet wat hem overkwam toen de secretaris zijn koffer droeg. Een witte die zijn koffer pakt! Hij heeft er zich later ook over verbaasd hoe hij in Almelo als een koning werd ontvangen. Immers, ‘Apartheid zat diep in zijn vezels’, schrijft Ben Siemerink in het boek Dhlomo. Een kleurrijk leven tussen zwart en wit. 

Hoe Dhlomo vervolgens als vreemdeling zijn leven oppakt in zijn nieuwe land en specifiek in Twente is bewonderingswaardig. Hij heeft zich als voetballer, bokser, muzikant, leraar, politicus en welzijnswerker ontwikkeld. Maar het is dit multi-talent niet allemaal komen aanwaaien. Integendeel. Hij had met vele tegenslagen en rassendiscriminatie te maken. In een tijd met weinig gekleurde mensen en in een omgeving zonder familie en vrienden. Landgenoot Steve Mokone, die ook bij Heracles speelde, was de enige bekende voor hem. De taal en cultuur kende hij niet. Frequente cultuurshocks waren hem dan ook niet vreemd. Het kan dan ook haast niet anders dan dat hij heimwee heeft gekend of zich eenzaam en verscheurd heeft gevoeld in die 33 jaar dat hij niet terug kon naar Zuid-Afrika. 

Toch wist hij zich altijd weer te herpakken door de blijmoedige persoon die hij was. Hij doet me denken aan mijn Curaçaose collega bij een bank in Enschede. Hij was het die ons uit het geestdodende werk tilde (soms ook van ons werk afleidde) en ons vermaakte met zijn humor, vrolijkheid, charme, mooie verhalen en...zang. Hij zorgde er voor het dat ik dagelijks met plezier naar dat afstompende kantoor aan het Stationsplein fietste.

Dhlomo was ook vrolijk, zong, had altijd een mooi verhaal paraat (soms te mooi om waar te zijn), was een charmeur, maar was ook een bruggenbouwer en maatschappelijk zeer betrokken. Hij was, kortom, zoals Amanda Strijdom in een tv-portret van Dhlomo zegt: ‘Een man waar je gemakkelijk verliefd op kunt worden’.

Wat het verhaal van Dhlomo laat zien – in juni ook in een groots opgezet muziektheaterspektakel in het stadion van Heracles – is dat je voorbeelden nodig hebt in je leven die je voortstuwen. Voor hem waren dat familieleden die als voorhoede vochten tegen Apartheid en op zijn beurt was en is hij een voorbeeld voor de zwarte kinderen in Zuid-Afrika en voor migrantenkinderen hier. Ook laat hij zien dat je veel (aan)kan in het nieuwe land als je je daar maar welkom voelt. Darius Dhlomo voelde zich uiteindelijk een Zuid-Afrikaanse Tukker. Dit is ook de verklaring voor de hoge participatie van de Oekraïners in Nederland. Zij werden warm onthaald en kregen alle kansen mee te doen in de samenleving. 

Dhlomo is niet alleen van betekenis geweest voor Nederland maar ook voor zijn vaderland, waardoor de wereld uiteindelijk een stukje beter is geworden. Dat zijn as in Nederland en Zuid-Afrika ligt, is een duidelijk voorbeeld van verbondenheid, geloof, liefde, hoop en vooruitgang. Laat dit nu precies zijn wat hem dreef toen hij op die koude novemberavond in 1958 aankwam op het station in Amsterdam.