Tussen de linies
De mooiste club van Nederland
Wat bepaalt dat iets het mooist is?
Op het shirt van Ajax pronken drie sterren. Ze werden wereldkampioen en wonnen alle Europese toernooien. Ook Feyenoord won de Europacup. En hetzelfde geldt voor PSV. De prijzenkasten in de musea van vaderlands grootste clubs zijn vol. Er is geen ruimte meer voor een vaantje dat overhandigd werd door de aanvoerder van FC Arouca. Succesvol? Zeker. Maar de mooiste?
Ze zeggen dat de mooiste bloemen aan de rand van het ravijn bloeien. En dat wekt toch de suggestie dat je, om de mooiste te zijn, op de rand van de afgrond moet kunnen balanceren.
Meer dan dertig keer kampioen? Dan doe je in deze verkiezing niet mee. De Europacup gewonnen? Je valt af. Elf ideale schoonzonen binnen de lijnen? Nee, dat telt echt niet. Al jarenlang een stabiele middenmoter Wat denk je zelf?
Om de mooiste te zijn moet je weten wat vallen is. En moet je kunnen opstaan. Ambitie en verstand in een constant conflict verwikkeld. Promoveren? Leuk, maar je wil meer dan dat. Een stabiele eredivisieclub zijn? Prima, maar niet afdoende. Europa is het doel. Doorgroeien! Maar dan... voor je het weet maak je een verkeerde investering, wed je je geld op een paard dat te snel spurt en struikelt over zijn eigen benen, stuur je de hoofdtrainer een paar wedstrijden voor het einde van de competitie de
laan uit en zakt het team ineens als een kaartenhuis in elkaar...
De bloem groeit soms harder dan wortels en stengel aankunnen... en knak, voor je het weet, stort je het ravijn in. PSV is niet de mooiste club van Nederland. Feyenoord is niet de mooiste club van Nederland. Ajax is niet de mooiste club van Nederland. En ze zullen het ook nooit worden.
Want om de mooiste te zijn, moet je weten wat vallen is. Je moet weten hoe het voelt om richting de afgrond te glijden. Je dood meter voor meter zien naderen. Tevergeefs je hakken in het zand duwen, nagels schrapend over de grond, tong uit je mond, met open ogen aanschouwend dat datgene wat je voor onmogelijk hield ineens toch levensecht blijkt te zijn.
Je moet weten hoe het is om te zweven. Niet omhoog, maar omlaag.
Je val is gevuld met flitsen. Lelijke herinneringen. Flits: gemiste kansen in belangrijke wedstrijden. Flits: onnavolgbare keuzes op bestuurlijk en technisch vlak. Flits: degradatiespoken.
Maar ook mooie herinneringen. Flits: twaalfduizend toeschouwers op houten tribunes aan de Bornschestraat die zien hoe je PSV over de knie legt. 6-1: landskampioen! Flits: Europees duelleren tegen een Portugese dwerg. Een reuzenstap. Flits: Alkmaar. Een kopdoelpunt uit een corner gemaakt door een Duitse pinchhitter die eigenlijk doelman is. Flits: Feest op het Marktplein in 2005. De menigte zingt: “Nooit
meer Eerste Divisie! Nooit meer Eerste Divisie!”
Daar bijt je je in vast! Het wordt de draad waarlangs je je omhoog werkt. Meter voor meter, rotsblok voor rotsblok... totdat je een hand op de rand van de afgrond legt en jezelf met een laatste krachtsinspanning optrekt.
Je gaat zitten. Voldaan werp je benen over de rand. Kijkt naar beneden. Zo moeilijk was dat niet. Een klimmetje dat maar een jaartje kostte. Misschien moet je dit jaar maar eens wat meer gas geven. Linker rijtje. Dat moet kunnen.
Een verstandige stem in je achterhoofd maant tot kalmte. Je bent pas net terug, even rustig. Maar je luistert maar half. Je wilt groeien. Bloeien. Stralen. Het liefst in Europa en het liefst volgend jaar al. En waarom ook niet? Je hebt het al eerder gedaan.
Maar stabiliteit is ook wat waard, zegt het verstandige stemmetje. Dat klopt, maar je negeert het, want als alle kracht naar de wortels vloeien, bloeit er nooit een mooie bloem.
En kun je nooit de mooiste club van Nederland worden.
Op het shirt van Ajax pronken drie sterren. Ze werden wereldkampioen en wonnen alle Europese toernooien. Ook Feyenoord won de Europacup. En hetzelfde geldt voor PSV. De prijzenkasten in de musea van vaderlands grootste clubs zijn vol. Er is geen ruimte meer voor een vaantje dat overhandigd werd door de aanvoerder van FC Arouca. Succesvol? Zeker. Maar de mooiste?
Ze zeggen dat de mooiste bloemen aan de rand van het ravijn bloeien. En dat wekt toch de suggestie dat je, om de mooiste te zijn, op de rand van de afgrond moet kunnen balanceren.
Meer dan dertig keer kampioen? Dan doe je in deze verkiezing niet mee. De Europacup gewonnen? Je valt af. Elf ideale schoonzonen binnen de lijnen? Nee, dat telt echt niet. Al jarenlang een stabiele middenmoter Wat denk je zelf?
Om de mooiste te zijn moet je weten wat vallen is. En moet je kunnen opstaan. Ambitie en verstand in een constant conflict verwikkeld. Promoveren? Leuk, maar je wil meer dan dat. Een stabiele eredivisieclub zijn? Prima, maar niet afdoende. Europa is het doel. Doorgroeien! Maar dan... voor je het weet maak je een verkeerde investering, wed je je geld op een paard dat te snel spurt en struikelt over zijn eigen benen, stuur je de hoofdtrainer een paar wedstrijden voor het einde van de competitie de
laan uit en zakt het team ineens als een kaartenhuis in elkaar...
De bloem groeit soms harder dan wortels en stengel aankunnen... en knak, voor je het weet, stort je het ravijn in. PSV is niet de mooiste club van Nederland. Feyenoord is niet de mooiste club van Nederland. Ajax is niet de mooiste club van Nederland. En ze zullen het ook nooit worden.
Want om de mooiste te zijn, moet je weten wat vallen is. Je moet weten hoe het voelt om richting de afgrond te glijden. Je dood meter voor meter zien naderen. Tevergeefs je hakken in het zand duwen, nagels schrapend over de grond, tong uit je mond, met open ogen aanschouwend dat datgene wat je voor onmogelijk hield ineens toch levensecht blijkt te zijn.
Je moet weten hoe het is om te zweven. Niet omhoog, maar omlaag.
Je val is gevuld met flitsen. Lelijke herinneringen. Flits: gemiste kansen in belangrijke wedstrijden. Flits: onnavolgbare keuzes op bestuurlijk en technisch vlak. Flits: degradatiespoken.
Maar ook mooie herinneringen. Flits: twaalfduizend toeschouwers op houten tribunes aan de Bornschestraat die zien hoe je PSV over de knie legt. 6-1: landskampioen! Flits: Europees duelleren tegen een Portugese dwerg. Een reuzenstap. Flits: Alkmaar. Een kopdoelpunt uit een corner gemaakt door een Duitse pinchhitter die eigenlijk doelman is. Flits: Feest op het Marktplein in 2005. De menigte zingt: “Nooit
meer Eerste Divisie! Nooit meer Eerste Divisie!”
Daar bijt je je in vast! Het wordt de draad waarlangs je je omhoog werkt. Meter voor meter, rotsblok voor rotsblok... totdat je een hand op de rand van de afgrond legt en jezelf met een laatste krachtsinspanning optrekt.
Je gaat zitten. Voldaan werp je benen over de rand. Kijkt naar beneden. Zo moeilijk was dat niet. Een klimmetje dat maar een jaartje kostte. Misschien moet je dit jaar maar eens wat meer gas geven. Linker rijtje. Dat moet kunnen.
Een verstandige stem in je achterhoofd maant tot kalmte. Je bent pas net terug, even rustig. Maar je luistert maar half. Je wilt groeien. Bloeien. Stralen. Het liefst in Europa en het liefst volgend jaar al. En waarom ook niet? Je hebt het al eerder gedaan.
Maar stabiliteit is ook wat waard, zegt het verstandige stemmetje. Dat klopt, maar je negeert het, want als alle kracht naar de wortels vloeien, bloeit er nooit een mooie bloem.
En kun je nooit de mooiste club van Nederland worden.