Spreken

Robert Beernink 5 februari 2024, 21:30
De één ziet er als een berg tegenop, de ander bloeit juist op bij het toespreken van een groep mensen. Het scheelt natuurlijk of je spreekt in vertrouwde omgeving, bijvoorbeeld namens de familie ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis of een inhoudelijk betoog moet voeren voor een zaal kritische voor- en tegenstanders. 
 
De impact van een toespraak wordt grotendeels bepaald door de wijze waarop die wordt gebracht, wat weer afhankelijk is van de intentie: moet de inhoudelijke boodschap overkomen of een ander effect worden bereikt.
 
Twee voorbeelden.
 
De hoop op een betere toekomst voor alle bevolkingsgroepen in de Verenigde Staten werd door iedereen gevoeld en begrepen toen op 28 augustus 1963 Martin Luther King zijn wereldberoemde ‘I have a dream’ speech uitsprak in Washington.
 
Op 18 februari 1943 hield Nazi propagandaminister Joseph Goebbels in het Sportpalast te Berlijn zijn toespraak om de weggezakte moraal van het Duitse volk op te vijzelen door de ‘Totalkrieg’ te proclameren als de snelste weg uit de ellende van de oorlog. Dat werd door de aanwezigen met uitzinnig gejuich ontvangen en leidde uiteindelijk mede tot de verwoesting van het land.  
 
Twee redevoeringen met laaiend enthousiast gehoor maar geheel verschillende gevolgen. De macht van de redenaar die zijn vak en pappenheimers kent is groot.
 
Wie een onschuldig maar wel prachtig en beroemd voorbeeld van een motivatiespeech wil beleven, kijk naar de film Any Given Sunday (1999) van regisseur Oliver Stone, waarin Al Pacino als Tony D’Almato, de coach van het American Football Team Miami Sharks zijn spelers in de rust toespreekt en hun gedemotiveerde houding volledig weet om te draaien. De bekendste quote uit die film is: “On any given Sunday you're gonna win or you're gonna lose. The point is - can you win or lose like a man?”
 
Ik was ooit bij een bijeenkomst waar iemand op de eerste rij tijdens een ongeïnspireerde toespraak pontificaal acteerde in slaap te vallen, duim onder de kin en wijsvinger langs het hoofd, en luid begon te snurken. De een moest lachen, de ander werd boos, de discussie wakkerde aan en mondde uit in een inhoudelijk debat.
 
Spreken is dus vooral ook een kwestie van de juiste presentatie: een actieve houding, het publiek betrekken, vlot maar ook duidelijk praten in begrijpelijke taal, pauzes inlassen om een argument of conclusie in te laten dalen. Goed nieuws kun je tot het laatst bewaren, slecht nieuws moet bij voorkeur direct worden gebracht om de emotie een weg te gunnen, die met behulp van de juiste woorden in zo goed als mogelijke banen te leiden.
 
Schrijvers van mooie zinnen zijn niet altijd ook eloquente praters. Dat is jammer, want in het spreken vertegenwoordigt de auteur zijn noeste geestelijke werk. Anderzijds: wie met zijn neus voornamelijk in boeken bivakkeert, kijkt zelden op en zodra dat dan toch een keer gebeurt en: oh, wat een schrik; daar zit ineens een zaaltje vol mensen verwachtingsvol naar me te kijken.
 
De een vindt het leuk, de ander gruwt ervan, wat ik bijzonder vind. Je wilt je werk toch delen met het publiek en wat is nou directer dan daarover met een geïnteresseerd gehoor te communiceren?
 
Spreken in het openbaar is trouwens prima te trainen, belangrijk is dat je je goed voorbereidt. Dat geeft zekerheid en rust. Mijn ervaring is dat waar je bang voor bent, nooit gebeurt. Ontspan, dan gaat praten met een zaal als vanzelf. Mensen zijn benieuwd naar jou en jij kent jezelf en je werk als beste. Mocht dat laatste niet zo zijn, houd dan vooral je mond!