Taboes

Robert Beernink 4 maart 2024, 11:03
Taboe. De klank van het woord verraadt al dat het om iets sinisters, geheimzinnigs of gevaarlijks gaat, waar je maar beter van weg kunt blijven. En dat terwijl het woord etymologisch van een, in menige beleving, paradijselijk oord komt, namelijk Polynesië in de Grote Oceaan. In het daar gesproken Tongaans stond ‘tapu’ of ‘tabu’ voor een religieus verbod op bepaalde plaatsen, voorwerpen, personen of handelingen. 
 
Inmiddels heeft het woord ook in de seculiere wereld een prominente plaats gekregen, mede vanwege de zich voortdurend wijzigende verhouding tussen theïsme en atheïsme, waarbij geloof in een bovennatuurlijke macht het steeds meer aflegt tegen dat in de natuurlijke kracht van de mensen.
 
Taboes bieden religies continuïteit. Zij staan of vallen immers bij het bijeenhouden van de kudde, deze vooral niet laten afdwalen naar gebieden waar onweerstaanbare verleiding op prooi wacht; het appel-effect.
 
Aan de andere kant is het van belang de goegemeente het opperwezen niet te dicht te laten naderen om te voorkomen dat het onzichtbare heilige fenomeen ontmaskerd wordt als een menselijk verzinsel, wat de machtsbasis van de heersende fantasten bedreigt; het kleren-van-de-keizer-effect.
 
De kudde dwaalt dus tussen goed en kwaad, maar kan beide niet bereiken, doolt dus tussen verdeel en heers.
 
Het is logisch dat veel taboes van toepassing zijn in zowel de wereldse als religieuze doctrines, zeker daar waar ze samen de macht uitoefenen: gebouwen, boeken en dolende zielen verbannen en verbranden zijn het gevolg. Taboes ontstaan als ze dat van pas komt.
 
Mijn wijze moeder zei vaak: ‘Als iedereen zich aan de tien geboden houdt, is er niets aan de hand.’
 
Hoe je het ook wendt of keert, in die tien geboden zijn de basisregels om het menselijk samenwonen dragelijk te houden kort en krachtig verwoord, zeker als de geboden over de verhouding tot een bovennatuurlijke macht werelds kunnen worden ingevuld, bijvoorbeeld in algemeen aanvaarde fatsoensnormen, respect en eerlijke rechtspraak. Ieder weldenkend mens weet waar de basale grens ligt tussen goed en kwaad: daar waar bedreiging van have en goed heerst.
 
Omdat niet iedereen zich daaraan houdt, keren anderen zich af, willen er niets mee te maken hebben, het er niet over hebben en dus doen alsof het er niet is. Dat heeft dan alweer iets religieus: een taboe bestaat wel, maar is er niet.
 
Taboes bestaan in vele vormen, soorten en maten; meestal zijn ze het gevolg van groepsdruk, uiten zich vooral in gedrag en hebben vaak te maken met zelfopgelegde zeden. Zolang dat niet ten koste gaat van derden, is dat prima natuurlijk, zodra het echter tot grensoverschrijdend gedrag leidt uiteraard niet.
 
Schrijven is ook een vorm van gedrag. In mijn werk probeer ik middelmaat te voorkomen en mainstream te ontwijken. Ons grootste goed, vrijheid van meningsuiting, mag nooit geslachtofferd worden aan een, altijd tijdelijk, vermeend heilig gelijk.
 
De opdracht aan scheppende kunstenaars, ook aan auteurs dus, is naar mijn overtuiging de lezer een gesublimeerde beleving te laten ervaren. Hiermee bedoel ik niet de uitkomst van een ‘ja en nee discussie’ te presenteren, maar een niet eerder betreden, onbekende dimensie. Lezers als het ware voorbij zichzelf laten kijken.
 
Daarbij is het gebruik van heersende taboes nogal precair, want dat kan ertoe leiden dat een boek al na enkele kantjes lezen in het haardvuur verdwijnt, terwijl de resterende pagina’s duidelijk maken waarom de schrijver tot deze aanpak is gekomen.
 
Gelukkig is die keuze het privilege van de auteur, die zijn zorg of zelfs angst aan de kant durft te zetten om een steen in de vijver te gooien.


Afbeelding: Adobe