Herfstige gedachten aan vooravond klimaattop
Terwijl ik dit stukje tik hoor ik politiek duider Kees Boonman op de radio duiden wat de gevestigde politieke orde in Den Haag (meer precies op een Hilversums landgoed op dit moment) zoal doet om de klimaatramp die op ons afkomt het hoofd te bieden: 2 seconden radiostilte. Duidelijker heb ik Boonman – normaliter met zijn meanderende zinnen nog al lang van stof – de politieke situatie in ons land nooit horen duiden.
Na 226 dagen van vruchteloze pogingen te komen tot een aanzet voor een opzet van een proeve van een regeerakkoord, lijkt het er op dat ze al die tijd nodig hebben gehad om weer precies op het punt uit te komen waar ze ruim 226 dagen geleden ook al waren in demissionaire toestand. Stilstaand troebel water. Terwijl het water het volk zo langzamerhand letterlijk tot aan de lippen staat.
Terwijl de premier van VVD-huize nog altijd krampachtig lijkt te vast te houden aan het haalbaar-en-betaalbaar mantra, wordt hij links (Urgenda) en rechts (zelfs door partijgenoten als Nijpels en hier in de regio RES-voorzitter Louis Koopman) voorbij gelopen. Of, anders gezegd, ingehaald door de harde realiteit. En intussen valt er zelfs bij grote bedrijven als Unilever en Nationale Nederlanden inmiddels meer gevoel voor urgentie te ontwaren dan onder de Haagse kaasstolp. Zo kondigde Shell aan de CO2-uitstoot in 2030 te willen halveren. En pensioenfonds ABP liet weten te stoppen beleggen in fossiele brandstoffen.
Intussen, dichter bij huis, blijkt het nog niet zo gemakkelijk om in de praktijk van alledag van het aardgas af te geraken. In een wijk in de stad waar ik woon zijn 16 woningen doorgelicht om te kijken of deze in 2030 gasloos kunnen zijn. Conclusie: Niet haalbaar.
Nog dichter bij huis – sterker nog, in m’n eigen huis – breken we ons het hoofd of – en zo ja, wat – we moeten doen om van het gas af te komen. Zonnepanelen? Warmtepomp? Wellicht een combinatie van die twee? De vraag stellen is makkelijker dan ‘m beantwoorden. We zitten nu nog in het stadium, waarin Rutte c.s. zich lijken te bevinden: Is het haalbaar? En betaalbaar? Daarachter ligt een veel wezenlijker vraag: Is het nodig? Het antwoord op die vraag maakt eigenlijk alle andere vragen (en antwoorden) overbodig.
Ben Siemerink